Fries vee naar Hong Kong
In oktober 1931 maakte de jonge Jan Landstra een bijzondere reis.... Een reis, die hem naar het andere eind van de aardbol zou voeren. De avontuurlijk ingestelde boerenzoon uit Marssum was door de Firma K.N. Kuperus, eveneens uit dit dorp ten westen van Leeuwarden, gevraagd als verzorger van het dertigtal stamboekkoeien mee te gaan. De dieren werden op het station in Leeuwarden ingeladen voor het eerste deel van de reis, die naar de Maashaven in Rotterdam voerde. Daar werden de dieren ingescheept voor de lange zeereis naar Hong Kong. Wat de reis bijzonder maakt, is dat Landstra gedurende de hele reis foto's heeft gemaakt en ze na terugkomst in een album heeft geplakt. Onlangs schonk dochter Joukje Landstra het album aan het Fries Landbouwmuseum in Leeuwarden. Voor GeoGraphixs maakten we deze bewerking van het unieke album.
Op het station van Leeuwarden wachten de dieren geduldig om in de trein te worden geladen voor de reis naar de Rotterdamse Maashaven. In "De Boerderij" (Nr.5, 17e jaargang, gepubliceerd op 4 november 1931), wordt kort melding gemaakt van het het transport. In het bijschrift staat, dat het om 3 stieren en een twintigtal koeien gaat, die door de firma Kuperus naar China zullen worden gebracht.
De Firma K.N. Kuperus in Marssum is een gerenommeerde naam op het gebied van vee export. Jan Landstra groeide in Marssum op. Later vestigde hij zich in Sexbierum, waar hij zijn eigen boerenbedrijf aan het Frjentsjerterein begon. De boerderij staat er nog steeds, echter is geheel verbouwd tot appartementencomplex.
Beide foto's: Erfgoed -Fundaasje
Beide foto's: Erfgoed -Fundaasje
Met behulp van een elektrisch aangedreven kraan worden de koeien in grote kratten aan boord van de "SS Preussen" gehesen, waarna ze op het dek in de stallen worden ondergebracht. Als de belading is voltooid, zet het stoomschip koers naar haar bestemming: de haven van de dan nog Britse Kroonkolonie Hong Kong in China.
Aan boord van het schip is ook nog een lading gecondenseerde melk, voor Malakka. Het eerste deel van de reis voert via de Golf van Biskaje en de straat van Gibraltar naar de Italiaanse havenplaats Genua. Daar wordt vers water en voer voor de dieren aan boord genomen. Landstra heeft gedurende het verblijf de mogelijkheid even de benen te strekken en de stad te bezichtigen.
|
"Vooraanzicht stallen"
|
Door het Suez Kanaal
Vanuit de haven van Genua wordt koers gezet naar Port Said voor de doorvaart van het Suez Kanaal. In deze Egyptische haven worden kolen gebunkerd.
Links: gezicht op Port Said. Rechts: drukte in de haven bij het laden van een nieuwe kolenvoorraad. Met tal van dit soort roeibootjes worden de kolen naar het schip gevaren.
Honderden arbeiders scheppen in Port Said de kolen in manden, die in roeisloepen naar het voor anker liggende schip worden gebracht.
|
Monument ter herdenking van de verdediging van het Suezkanaal in 1915 door Britse, Egyptische, Franse en Italiaanse geallieerde contingenten tijdens de Eerste Wereldoorlog. Het werd gebouwd op Jebel Mariam, op een uitkijkpunt boven het Timsahmeer, nabij de stad Ismaïlia op de westelijke oever van het Suez Kanaal. Het monument, ontworpen door de Fransen Raymond Delamarre en Michel Roux-Spitz in 1930, bestaat uit twee hoge kolommen van 40 meter die de oevers van het kanaal symboliseren.
|
De eerst volgende haven na het Suez Kanaal zal in Ceylon (nu Sri Lanka) worden aangedaan. Het is daar een korte stop geweest, met alleen inname van voer en water voor de dieren. Landstra heeft een enkel kiekje van een rivier in z'n album geplakt.
Een deel van de scheepslading bestaat uit gecondenseerde melk. Deze wordt in de haven van Penang uitgeladen. De haven, op een kleine 40 kilometer ten zuidwesten van Kuala Lumpur, stond destijds bekend als Port Swettenham. Sinds 1972 heet de haven Port Klang.
De eerste aanblik van de haven van Penang. Rechts: De lading in kratten verpakte condensmelk wordt in Penang overgeladen in kleinere scheepjes.
De volgende stop op de reis is Singapore. Waarschijnlijk worden hier ook goederen uitgeladen. In ieder geval worden er weer kolen gebunkerd.
De Haven van Manilla op de Filipijnen is de voorlaatste reisbestemming.
Foto van de 'SS Preussen', waarschijnlijk gemaakt na aankomst in de haven van Manilla. De naam van het schip valt nog maar net op de boeg te ontwaren. Rechts: twee kiekjes gemaakt tijdens het verblijf in Manilla.
Zwaar weer
Op het laatste deel van de reis, die drie dagen in beslag zou nemen, van Manilla naar Hong Kong, wordt het schip geconfronteerd met zware zeegang. Hoge golven beuken tegen het schip en rollen over het dek. Uit het bijschrift wordt duidelijk, dat Landstra geen gevaar vreest. Toch blijkt, dat er enkele stallen op het dek zijn vernield. Of daarbij ook slachtoffers onder de dieren zijn gevallen wordt niet vermeld.
In Hong Kong
Uiteindelijk komt de 'SS Preussen' in de haven van Hong Kong aan, waarna de afzonderlijke stallen één voor één van het schip worden gehesen. Voor de koeien is de zeereis echter nog niet ten einde.
Het laatste deel vindt in een kleiner schip plaats, omdat een groot zeeschip als de Preussen niet aan een kade kan afmeren.
Het laatste deel vindt in een kleiner schip plaats, omdat een groot zeeschip als de Preussen niet aan een kade kan afmeren.
Gezicht op de haven van Hong Kong, gezien vanuit de tram of nabij de trambaan richting "The Peak". We kijken in noordelijke richting en zien in het midden de St. John's Cathedral. Aan de overkant van de baai is Kowloon te zien. Met "The Peak" wordt de Victoria Peak bedoeld en werd ook wel Mount Austin genoemd. Het is met 552 meter (1.811 voet) het hoogste punt van Hong Kong Island. De elektrische tram, "The Peak Tram", brengt passagiers tot een hoogte van 396 meter. Van het begin station in de Garden Road, vlakbij de St. John's Kathedraal wint de kabeltram over het 1400 meter lange traject een hoogte van zo'n 400 meter.
Na aankomst van de Preussen in de haven van Hong Kong worden de afzonderlijke stallen van het dek getakeld. Het vee wordt dan met een kleiner schip aan land gebracht. In de haven is het een drukte van jewelste, met honderden kleine scheepjes . Bij het overladen van de vracht helpen duizenden handen, waaronder deze, zoals Landstra dat in het bijschrift vermeldt: "een Chineesche boy."
Pokfulam Dairy Farm
The Dairy Farm Co. Ltd. werd in 1886 opgericht door de Schot Sir Patrick Manson en vijf lokale en buitenlandse zakenlieden. Tijdens zijn praktijk in Hong Kong ontdekte Manson dat de lokale bevolking niet of nauwelijks toegang had tot verse melk. Hij geloofde dat verse melk essentiëel was voor de volksgezondheid en zag het commerciële potentieel van een zuivelboerderij. De Dairy Farm had als doel "de gezondheid van de mensen in Hong Kong te verbeteren door hen verse en onbesmette koemelk te leveren".
Met een beginkapitaal van $ 30.000 werd een kudde van 80 melkkoeien uit de Verenigde Staten geïmporteerd, later gevolgd door dieren uit Australië, Schotland en Nederland. De inheemse buffels waren namelijk niet alleen marginale melkgevers, hun melk was bovendien erg rijk aan vet waardoor het moeilijk te verteren was. De Ayrshires uit Schotland en Holstein-Frisians uit Nederland konden een grote hoeveelheid melk produceren met een hoog percentage botervet. De melk van Holsteins was goed te verteren en de dieren waren beter geschikt voor de slacht dan de inheemse dieren. Het bedrijf begon in 1902 met de pasteurisatie van de melk van de Pokfulam boerderij. Pokfulam werd geselecteerd vanwege zijn betrouwbare waterbronnen en geografische ligging: heuvelachtig terrein gelegen aan de oceaan met voldoende zonlicht en wind in de zomer. Bovendien lag Pokfulam geïsoleerd van de door ziektes geteisterde sloppenwijken in Sheung Wan, maar was het toch slechts vier mijl verwijderd van het centrale district van Hongkong Island. Pokfulam over een betrouwbare watervoorziening en goede drainage. Er waren dagelijks grote hoeveelheden drinkwater voor het vee benodigd, maar ook voor het schoonmaken van de koeienstallen, de bijbehorende gebouwen, evenals voor de zuivelproductie. De Dairy Farm besloeg uiteindelijk zo’n 120 hectare rond het dorp Pokfulam; de gebouwen van de farm lagen verspreid in het gebied rond de Victoria Peak, langs Pokfulam Road, Sassoon Road en Victoria Road. Eigen aanfok Ayrshire koeien bij een van de achthoekige koeienstallen.
|
Sir Patrick Manson (1844-1922), Schotse arts en pionier van de tropische geneeskunde. Manson studeerde in 1865 af in de geneeskunde in Aberdeen en werkte vervolgens 23 jaar in China. Hij was feitelijk de grondlegger van de specialisatie tropische geneeskunde, deels door zijn studies naar tropische parasitaire infecties. Hij bestudeerde de levenscyclus van de parasiet die filariasis veroorzaakt en leidde af dat deze door Culex-muggen op de mens wordt overgebracht. In 1894 opperde hij dat malaria ook door muggen werd verspreid. Hij bestudeerde botwormen, ringwormen en guineawormen en richtte in feite de London School of Tropical Medicine op. Foto: The Royal Society of Tropical Medicine and Hygiene (RSTMH). |
In 1899 werd, om de verspreiding van ziekten binnen de kudde te voorkomen, een begin gemaakt met het opdelen van de veestapel. In dat jaar kwamen de eerste vier achthoekige koeienstallen, zoals hierboven op de foto, gereed. Niet veel later werd begonnen met de bouw van gescheiden koeienstallen in Sassoon Road. Bovendien had elke koeienstal zijn eigen team van werknemers, om het risico op het overbrengen van ziekten van de ene stal naar de andere te verminderen en om isolatie te vergemakkelijken bij een eventuele uitbraak van ziekten.
Minstens zo belangrijk in de subtropische zomers van Hong Kong was de verkoelende wind die vanaf zee blies. Deze stelde de veehouderij in staat, de temperatuur in de stallen beheersbaar te houden. Hitte in combinatie met een hoge luchtvochtigheid had immers een negatieve invloed op de melkproductie en het fokprogramma.
Minstens zo belangrijk in de subtropische zomers van Hong Kong was de verkoelende wind die vanaf zee blies. Deze stelde de veehouderij in staat, de temperatuur in de stallen beheersbaar te houden. Hitte in combinatie met een hoge luchtvochtigheid had immers een negatieve invloed op de melkproductie en het fokprogramma.
Links: Deze Ayrshires werden in 1931 vanuit Schotland geïmporteerd. Ook vanuit Canada werden dieren aan de veestapel van de Dairy Farm toegevoegd. Landstra noemt specifiek "de Canadeesche Frisian-Holstein koeien" en de Frisian-Holstein stier, die ".... ¼ Friesch en ¾ Canadeesch bloed heeft". Rechterfoto: '"Ayrshire, zeer lange horens...."
Op het terrein van de farm waren silo’s gebouwd voor opslag van in de zomer gewonnen veevoer, dat zo in de wintermaanden als kuilvoer aan de dieren kon worden gegeven. In de op het bedrijf aangelegde mestputten werd koeienmest verzameld voor later gebruik als meststof. In 1910 waren er 35 koeienstallen op de Pokfulam boerderij; in 1955 was het aantal gestegen tot 47. Rond 1957 waren er ongeveer 50 koeienstallen.
* De naam van het dorp en de boerderij wordt ook wel geschreven als Pok Fu Lam.
In de jaren ’70 van de vorige eeuw werd de Dairy Farm overgenomen door Hongkong Land. Weldra zou het landschap van Pokfulam enorme veranderingen ondergaan… de landbouwgronden werden getransformeerd tot woonwijken. In Pokfulam zijn hier en daar nog overblijfselen van de faciliteiten van de zuivelboerderij te vinden. De historische gebouwen zijn onder andere Old Dairy Farm Senior Staff Quarters, het Main Office Building en de Cowsheds.
In de jaren ’70 van de vorige eeuw werd de Dairy Farm overgenomen door Hongkong Land. Weldra zou het landschap van Pokfulam enorme veranderingen ondergaan… de landbouwgronden werden getransformeerd tot woonwijken. In Pokfulam zijn hier en daar nog overblijfselen van de faciliteiten van de zuivelboerderij te vinden. De historische gebouwen zijn onder andere Old Dairy Farm Senior Staff Quarters, het Main Office Building en de Cowsheds.