Broeikaseffect
De atmosfeer rond de aarde is van levensbelang voor al het leven. Naast o.a. de regulering van de temperatuur beschermt de atmosfeer ons tegen schadelijke straling. In de atmosfeer is van nature een aantal gassen aanwezig. Zij reflecteren een deel van de binnenkomende (warmte)straling en absorberen gedeeltelijk de warmte die de aarde uitstraalt. Zo beschermt de atmosfeer ons ook tegen lage temperaturen.
Door menselijke activiteit, waaronder de verbranding van steenkool, aardolie en aardgas, komt er een grote hoeveelheid aan koolstof, met name in de vorm van koolstofdioxide (CO2), en waterdamp in de atmosfeer terecht. De CO2 in de atmosfeer voorkomt, als een soort deken, dat de aarde warmte kwijt kan. Het gevolg is, dat de temperatuur toeneemt. Daarnaast hebben we ook een aantal synthetische stoffen geproduceerd, zoals bivoorbeeld in de jaren '60 en '70 de drijfgassen voor spuitbussen, die tot een versterking van het broeikaseffect hebben geleid. |
Op het internet vind je een grote hoeveelheid infographics over het broeikaseffect of deelaspecten daarvan. Sommige hebben een uitgebreide toelichting en bronvermelding, anderen zij daar kort in, of laten een bronvermelding achterwege. Bovendien zie je waarden en getallen per infographic verschillen. In dit voorbeeld gaat het meer om een overzicht van de bijbehorende termen. (kurzwellig= kortgolvig straling; langwellig=straling met langere golflengte). Bron: Utopia.de
Global Warming Potential
De verschillende broeikasgassen worden uitgestoten in verschillende concentraties en hebben een verschillend 'opwarmend vermogen' (Global Warming Potential of GWP).
Het GWP geeft het effect van dit gas gedurende een periode van 100 jaar weergeeft. Om de uitstoot van de verschillende gassen in eenzelfde eenheid uit te kunnen drukken en hun gezamenlijk effect te berekenen, worden de uitgestoten hoeveelheden omgerekend naar CO2-equivalenten. In het GWP word koolstofdioxide (CO2) als referentie genomen. CO2 heeft hier referentiewaarde 1; een gas als methaan (CH4) heeft een GWP van 25, dat wil dus zeggen, dat de uitstoot van 1 kg methaan stemt overeenkomt met 25 kg CO2-equivalenten.
De verschillende broeikasgassen worden uitgestoten in verschillende concentraties en hebben een verschillend 'opwarmend vermogen' (Global Warming Potential of GWP).
Het GWP geeft het effect van dit gas gedurende een periode van 100 jaar weergeeft. Om de uitstoot van de verschillende gassen in eenzelfde eenheid uit te kunnen drukken en hun gezamenlijk effect te berekenen, worden de uitgestoten hoeveelheden omgerekend naar CO2-equivalenten. In het GWP word koolstofdioxide (CO2) als referentie genomen. CO2 heeft hier referentiewaarde 1; een gas als methaan (CH4) heeft een GWP van 25, dat wil dus zeggen, dat de uitstoot van 1 kg methaan stemt overeenkomt met 25 kg CO2-equivalenten.
Broeikaseffect
Het broeikaseffect is het proces waarbij warmtestraling van het aardoppervlak wordt geabsorbeerd door de in de atmosfeer aanwezige gassen. Een deel van de warmte wordt 'vastgehouden' in de onderste lagen van de atmosfeer, waardoor de temperatuur daar stijgt. Dit gebeurt ook in een broeikas. Het glas van het dak houdt een deel van de warmte vast, waardoor het in de kas warmer is, dan de lucht buiten de kas. Zonder het broeikaseffect zou de gemiddelde temperatuur op aarde -18°C bedragen in plaats van de + 15°C nu.
Duits: Treibhauseffekt
Engels: Greenhouse effect
Duits: Treibhauseffekt
Engels: Greenhouse effect
Media en bronnen
Treibhauseffekt
Greenhouse effect