Fossiele brandstof
Brandstoffen als aardolie, aardgas, steenkool, bruinkool en turf zijn ontstaan uit resten van plantaardig en dierlijk leven. Deze resten komen na het afsterven van de plant of het dier in de bodem terecht. Afhankelijk van de diepte bieden deze resten, die voor een groot deel bestaan uit koolwaterstoffen en zwavelverbindingen bestaan, de mens goed bruikbare brandstoffen. De vorming van deze brandstoffen is een proces van honderden tot miljoenen jaren geweest. De vorming van turf is een proces van enkele honderden jaren, die van de vorming van steenkool honderden miljoenen jaren.
Met een toenemende blootstelling aan druk en temperatuur gaat turf over in bruinkool vervolgens in steenkool. Bij toenemende druk en temperatuur kan steenkool worden omgezet in diamant.
Dat we deze brandstoffen fossiel noemen, is gelegen in het feit, dat de afzettingen waarin ze zijn ontstaan, de versteende afdrukken van planten en dieren, fossielen, bevatten.
De steenkoollagen in de Nederlandse ondergrond zijn in het Westfalien (313,0 tot 303,9 miljoen jaar geleden, een subperiode in het Carboon) ontstaan.
Met een toenemende blootstelling aan druk en temperatuur gaat turf over in bruinkool vervolgens in steenkool. Bij toenemende druk en temperatuur kan steenkool worden omgezet in diamant.
Dat we deze brandstoffen fossiel noemen, is gelegen in het feit, dat de afzettingen waarin ze zijn ontstaan, de versteende afdrukken van planten en dieren, fossielen, bevatten.
De steenkoollagen in de Nederlandse ondergrond zijn in het Westfalien (313,0 tot 303,9 miljoen jaar geleden, een subperiode in het Carboon) ontstaan.