De Hanze
Een hanze of hanza ('groep', 'schare' of 'gevolg' zoals in het Oudhoogduits: Hansa) was een samenwerkingsverband van handelaren en steden gedurende de Middeleeuwen. Door samenwerking probeerden ze hun handel te beschermen en uit te breiden. Vanaf de twaalfde eeuw ontstonden rond de Noord- en Oostzee samenwerkingsverbanden van Duitse kooplieden, lijkend op het systeem van de Italiaanse handelsnederzettingen, maar wel veel bescheidener van omvang. Het Zweedse eiland Gotland was aanvankelijk het centrum waar handel met lokale handelaren werd gedreven door kooplieden uit Denemarken, Lübeck en later Westfalen. Van Gotland uit werd ook handel gedreven met Engeland, Vlaanderen en Novgorod, dat al in 1190 een Duitse vestiging had.
Ter bescherming werden er aanvankelijk kleine en later steeds grotere samenwerkingsverbanden gevormd, waarvan sommige 'Gilde' werden genoemd en andere 'Hanze', zoals de Vlaamse Hanze van Londen en de 'Hanze der XVII Steden'. De Duitse Hanze is echter veruit de belangrijkste en bekendste, en wordt vaak kortweg de Hanze genoemd. Deze ontwikkelde van koopliedenassociatie tot stedenverbond, en bestond op het hoogtepunt uit een kleine 200 steden, van Londen in het westen van Europa tot Novgorod in het oosten. |
Hanzesteden in:
Nederrijngebied
Friesland
|