Marx, Lenin en Stalin
Karl Heinrich Marx (Trier, 5 mei 1818 – Londen, 14 maart 1883) heeft een grote invloed heeft gehad op de (politieke) filosofie, de economie, de sociologie en de historiografie. Hij was een van de grondleggers van de arbeidersbeweging en een centrale figuur in de geschiedenis van het socialisme en het communisme. Marx woonde en werkte in Duitsland, Frankrijk, België, Nederland en Engeland.
'Das Kapital' ('Het Kapitaal') wordt wereldwijd beschouwd als zijn meest invloedrijke werk. Daarnaast schreef hij samen met zijn vriend en geestverwant Friedrich Engels het 'Communistisch Manifest'. Deze boekwerken vormden een belangrijke inspiratiebron voor de opkomende communistische beweging. In het Rusland van begin 20e eeuw is dat een groep revolutionairen, waarvan Vladimir Iljitsj Lenin zich als voorman en leider opwerpt. Zijn ware achternaam is echter Vladimir Iljitsj Oeljanov, geboren op 22 april 1870 in Simbirsk, dat tegenwoordig Oeljanovsk heet. Hij werd als 'Lenin' de eerste leider van de Communistische Sovjet-Unie en naamgever van het 'Leninisme'. Lenin overleed op 21 januari 1924. Jozef Stalin (18 december 1878 - 5 maart 1953) kreeg na de dood van Lenin de machtigste positie binnen de Communistische Partij. Stalin wist Rusland, dat in vergelijking tot Europa ver achtergebleven was in economische ontwikkeling, in snel tempo te industrialiseren en tot een grootmacht te transformeren. Onder zijn leiding wist de Sovjet Unie zich samen met de Westelijke Geallieerden in de Tweede Wereldoorlog van de Duitse bezetters te ontdoen en mede voor vrede in Europa te zorgen.
Zijn meedogenloze totalitaire bewind bewerkstelligde tevens, direct en indirect, de dood voor vele miljoenen slachtoffers onder de Russen en andere volkeren onder zijn regime. |