Hallig
Een hallig is een van oorsprong natuurlijke hoogte in het noordelijke deel van het Duitse Waddengebied, die bij vloed deels onder water loopt. Daar waar op een hallig bewoning plaats vindt, is deze in de loop der tijd door de bewoners opgehoogd, zoals de terpen in het Fries-Groningse kustgebied zijn ontstaan.
De nog bestaande halligen zijn tegenwoordig beschermd door (lage) dijkjes, die er voor zorgen, dat kustafslag beperkt wordt en de kwelder bij een normale vloed niet overstroomd.
Deze terpen worden in het Duitse taalgebied Warf, Warft, Wurt, Wurth, Warb, Werf of Werft worden genoemd, afhankelijk van het plaatselijke dialect.
De nog bestaande halligen zijn tegenwoordig beschermd door (lage) dijkjes, die er voor zorgen, dat kustafslag beperkt wordt en de kwelder bij een normale vloed niet overstroomd.
Deze terpen worden in het Duitse taalgebied Warf, Warft, Wurt, Wurth, Warb, Werf of Werft worden genoemd, afhankelijk van het plaatselijke dialect.
Hallig Hooge
Vóór 1362 maakte Hooge deel uit van de Pellwormer Harde op het eiland Strand. Het werd door de Tweede Marcellusvloed, in de nacht van 25 op 16 januari 1362, van Strand gescheiden. De nederzettingsgeschiedenis van Hooge was toen vergelijkbaar met die van de andere halligen.
|
Luchtfoto van Hallig Hooge met daarop de tien ronde, bewoonde warften. Eind 2022 woonden er in totaal 99 mensen op Hooge. Foto: Google Earth.
Op deze kaart is de vermoedelijke kustlijn van vóór 1362 weergegeven, toen Hooge nog deel uitmaakte van het eiland Strand. Deze reconstructie, getiteld Strand i Valdemarernes Tid, werd in 1850 door J.N. Schmidt te Kopenhagen gemaakt/gepubliceerd. De kaart bevindt zich in het publiekde domein.
|
In de loop van de tijd verloor de hallig zowel zijn omvang als zijn inwoners. In 1593 waren er 23 terpen, in 1758 nog maar 16. Tweehonderd jaar geleden waren er 10 terpen, waarvan sommige 20 huizen hadden en in totaal 480 inwoners hadden.
Voor de watersnood van 1825 waren er nog 100 huizen en 393 bewoners. Aan het begin van de 20e eeuw woonden er op Hooge nog 140 mensen in 35 huizen op 9 terpen. Eind 2022 telde Hooge 99 inwoners.
Het eiland Alt-Nordstrand op een uitsnede van een kaart van Johannes Blaeu uit 1662. De oude contouren (situatie rond 1620) zijn weliswaar nog wel ingetekend, maar een groot deel van het eiland is al gemarkeerd als zijnde onder water. Hooge wordt door water van het eiland gescheiden. Zie onder aan deze pagina.
|
Rond om de Warften kon het vee in de kwelders worden gehouden, terwijl er op de flanken gewassen konden worden verbouwd. Op de Kirchwarft op Hallig Hooge werd onder andere een kerkje voor de halligbewoners gebouwd (RDV DSCN 6479).
Jongvee graast op de uitgestrekte kwelder van Hallig Hooge (RDV DSCN6476). Van oorsprong waren de halligen niet bedijkt, maar tegenwoordig worden ze beschermd door een bescheiden zeewering. Bij hoge vloed of springtij komen grote delen van de kwelder onder water te staan (RDV0254). Dan steken alleen de warften boven water uit:
Bij vloed verdwijnt de Hallig Nordstrandischmoor bijna geheel onder water. Alleen de warften blijven droog. Op de foto zijn de Norderwarft (rechtsonder), de Halberwegwarft en linksboven de Amalienwarft te zien. Op deze warft is de Halligschule Nordstrandischmoor gevestigd. In 2023 was de middelste warft niet bewoond. De andere bewoonde plaats op deze hallig is de Neuwarft. Foto op informatiepaneel op Nordstrand (RDV9920).
De bewoners van de hallig waren afhankelijk van regenwater. Net zoals de dobben op het hoogste deel van een Friese terp, gebruikten zij de fethinge voor opslag van drinkwater. Links: één van de drie fethinge op de Hanswarft in 2023, rechts op een foto uit rond 1920. Deze foto, afkomstig uit het Archiv Schulz, staat op het informatiebord bij de dobbe(RDV0264).
Bij de woningen vangt men het regenwater van de daken op in waterputten (RDV0208). Hieronder: dobbe met twee waterputten (RDV0185).
Rechts: Op de Hanswarft wordt het in de kwelder gewonnen zout verwerkt tot 'Friesensalz'. Meer over de geschiedenis van de winning en verwerking van het 'Friesensalz'.
|
De Duitse Halligen bestaan uit een tiental 'eilandjes', waarvan er vijf permanent worden bewoond. Vier van de Halligen zijn verbonden met het vasteland. Vanaf de (onbewoonde) Hamburger Hallig loopt een dam naar het vasteland, waaraan aan beide zijden zoveel landwinning heeft plaatsgevonden, dat de Hamburger Hallig nu eigenlijk ook een schiereiland is geworden. Naast de Hamburger Hallig zijn ook Südfall, Norderoog en Habel niet (permanent) bewoond.
Langeneß en Oland worden met een dam met de kust verbonden. Het vervoer van mensen en goederen vindt daarop plaats via een lorriespoor. Ook Nordstrandischmoor is door een dam met het vasteland verbonden.
Hallig Hooge en Hallig Gröde zijn de enige bewoonde halligen die geen vaste verbinding hebben met het vasteland. Zij worden verbonden door een veerdienst vanaf Nordstrand en waddeneiland Amrum. Deze verbinding doet ook Pellworm aan. Ook al liggen Pellworm en Nordstrand in het zelfde gebied, ze worden niet tot de Halligen gerekend. Kaart op de kade van de veerhaven van Nordstrand. Vanaf hier zijn de halligen Hooge en Gröde (via Pellworm) te bereiken (RDV0101).
|
Vanuit de veerhaven van Nordstrand zijn er diensten op Pellworm en Amrum en zijn ook de halligen Hooge en Gröde met het vaste land verbonden (RDV0044).
Hallig Gröde vanaf de veerboot naar Nordstrand. Op deze stormachtige zomerdag, 3 juli 2023, verviel de dienst naar Gröde als gevolg van de harde wind bleek aanmeren daar niet mogelijk (RDV0174).
|
Deze kaart van Joan Blaeu 'Ducatus Sleswicum sive Iutia Australis' (Hertogdom Sleeswijk of Zuid-Jutland), gepubliceerd te Amsterdam, 1662, in de 'Atlas major, sive Cosmographia Blaviana, qua solum, salum, coelum, accuratissime describuntur' bestrijkt het hele gebied van de tegenwoordige Duitse Halligen. Kaart in het publieke domein.
|
Bronnen en media