Muschelkalk
Muschelkalk* is een zeer kalkrijke kleisoort, die in een kalme, ondiepe zee is afgezet. Zo'n 240 tot 230 miljoen jaar geleden lag Nederland, evenals grote delen van West- en Midden-Europa, in de Muschelkalkzee, een ondiepe, rustige waddenzee, die een inham vormde van de onmetelijke Thetys-Oceaan. Hoewel Nederland toen op ongeveer 30° Noorderbreedte, op de plaats van de huidige Sahara, lag, was het klimaat subtropisch. In de zomer konden grote delen van het wad uitdrogen, de krimpscheuren zijn nu nog terug te vinden. Op het modderige wad, dat rondom het 'Rijnse Eiland' lag, leefden de oudste diersoorten die we in Nederland kennen. Hier en daar zijn in die opgedroogde klei ook loopsporen van sauriërs vastgelegd.
|
Nederland in de Muschelkalk Zee ten tijde van het Midden-Trias. Bron: Deze kaart staat op het informatiepaneel bij het wandelpad langs de groeve.
|
Muschelkalk in Duitsland en Nederland
In Duitsland wordt de Muschelkalk beschouwd als een stratigrafische groep: de 'Muschelkalk-Gruppe', in Nederland als een formatie: de 'Muschelkalk Formatie'. De Muschelkalk vormt samen met het Keuper en de Bontzandsteen (Buntsandstein) de 'Groep van Drie', het Trias. Het Trias duurde van 252 miljoen jaar geleden tot 201 miljoen jaar geleden.
Boven op de Muschelkalk ligt in beide gevallen de Keuper. Onder de Muschelkalk ligt in Duitsland de 'Buntsandstein-Gruppe', in Nederland de 'Röt Formatie', deze vormt het bovenste deel van zowel de Nederlandse als Duitse Buntsandstein. De Nederlandse Muschelkalk Formatie wordt in vier leden opgedeeld:
In Nederland zijn Trias-gesteenten ontsloten in Oost-Twente en de Achterhoek, zoals bij Winterswijk in de kalksteengroeve van de firma Ankerpoort.
|
Indeling van het Trias met in de midden kolom de naam van het tijdvak en in de rechter kolom, onder de naam van de etage met daaronder de duur (miljoen jaar geleden). Indeling van deze tijdschaal is op basis van de laatste versie van de International Commission on Stratigraphy (ICS).
|
De Muschelkalkgroeve van de firma Ankerpoort bij Winterswijk is één van de beste plekken in Nederland om de Muschelkalk met eigen ogen te kunnen bestuderen. De groeve is in weekenden opengesteld voor geologen en andere geïnteresseerden.
Het grondstoffenpakket in de steengroeve, de Muschelkalk, is ongeveer 35 meter dik en bestaat uit vier lagen. Doordat er selectief gemijnd wordt, ontstaan er verschillende plateaus.
Onder de bovenlaag (zandige keileem net veel zwerfstenen) vinden we:
- Kalkige mergel, die dient als meststof voor de landbouw, tegen verzuring.
-Kleiige mergel (ongeveer 2 meter dik) voor de aardewerkindustrie, zoals Makkums aardewerk. Oook gebruikt als pigment of grondstof voor glazuur in de keramische industrie.
-Wellenkalk (ongeveer 25 meter dik) is met name geschikt als vulstof voor asfalt en beton.
Wellenkalk wordt gebruikt in Zoab en is ook verwerkt in de landingsbanen van Schiphol.
Onder de bovenlaag (zandige keileem net veel zwerfstenen) vinden we:
- Kalkige mergel, die dient als meststof voor de landbouw, tegen verzuring.
-Kleiige mergel (ongeveer 2 meter dik) voor de aardewerkindustrie, zoals Makkums aardewerk. Oook gebruikt als pigment of grondstof voor glazuur in de keramische industrie.
-Wellenkalk (ongeveer 25 meter dik) is met name geschikt als vulstof voor asfalt en beton.
Wellenkalk wordt gebruikt in Zoab en is ook verwerkt in de landingsbanen van Schiphol.
Nadat de bovengrond is verwijderd, werd de kalksteen losgemaakt en per smalspoorwaggons (later per vrachtauto) naar de fabriek vervoerd. Eerst worden daar de brokken in een hamerbreker gebroken, dan in een droogtrommel gedroogd en vervolgens vermalen in een kogelmolen. Het resultaat is een fijn poeder dat kan worden gemengd met andere producten. Deze drie foto's staan op het informatiepaneel bij het wandelpad langs de groeve.
* De Muschelkalk dankt zijn naam aan de vele fossiele schelpen (Duits: Muschel) die in de kalksteen zijn gevonden.
Muschelkalk wordt hier in Nederland ook wel 'schoteltjeskalk' genoemd.
Muschelkalk wordt hier in Nederland ook wel 'schoteltjeskalk' genoemd.
Bronnen en media
De Winterwijkse Steengroeve, een aantrekkelijke vindplaats voor paleontologen en mineralogen - Henk Oosterink in GEA, December 2008, Vol.41, Nr.4, pagina 95-126