Stinswieren
Een stinswier of 'hege wier' (hoge wier) zou je kunnen beschouwen als een soort 'mini terp', waarop een stins was gebouwd. Rondom een aantal stinswieren is bij archeologisch onderzoek restanten van een ringgracht aangetroffen, waardoor we nu denken, dat een stinswier eerder dienst deden als een prestige-object van de betreffende landheer, dan als vluchtplaats bij stormvloed en overstromingen. Voor deze functie was de stinswier in omvang te klein. De nu nog bestaande stinswieren zijn niet groter dan 25 meter in doorsnee. De stins werd niet permanent bewoond, maar diende ten tijde van conflicten als een veilge beschutting.
|
De stinswier bij Oosterend op Terschelling. VRS3877.
|
In Fryslân zijn er ongeveer 108 stinswieren geweest. Er zijn er in de provincie nog 5 over. Naast de hege wieren bij Sexbierum, Menaam en Jellum, zijn er ook nog twee op Terschelling bewaard gebleven: bij de dorpen Lies en Oosterend.
In de Provincie Zeeland bevinden zich nog zo'n 40 vliedbergen (van de meer dan 170). Ze hebben zeer waarschijnlijk de zelfde functie gehad als de hege wieren van Fryslân. Op de vliedbergen werd een zogenaamd 'mottekasteel' gebouwd, een torenvormige burcht, in eerste instantie van hout, maar later van steen gebouwd.
Hiernaast: In de winter van 2004 en 2005 werd samen met de Buren van Oosterend, het plan opgevat de stins te herbouwen op de herstelde heuvel, omringd door een gracht. Een een zeer ambitieus plan, dat vele jaren zal vergen. Er is onderzoek gedaan, om de vorm van de stins zo goed mogelijk te benaderen. Het hier afgebeelde 'Steinhaus' (de stins bij Bunderhee in Duitsland).
|
Schets van de te herbouwen stins op het informatiebord bij de wier van Oosterend. VRS3866.
|
Impressie van het Middeleeuwse dorp Oosterend, met de stins op de wier. VRS3869.
De vijf Friese stinswieren in kaart. In het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) springen ze in het oog.