Terpdorp
"Yn in swide beweging komt twaris yn in tiidsferrin fan in dei en in nacht in einleaze flakte ûnder wetter te stean en wurdt de ivige striid fan de natoer sichtber yn in gebiet dêr't net wis fan is oft it by lân of by de see heart. Dêr wennet in jammerdearlik folk op hege modderbulten of flakke hichten dy't se mei de hân opsmiten hawwe, dat dy de heechste floed trochstean kinne. As it lân derom hinne by heech tij ûnder wetter komt te stean, lykje de bewenners yn har hutten dy't se dêrop boud hawwe, wol op sylders. Mar as it wetter him wer tebeklutsen hat en harren hutten der wer hinnelizze as wiene it skippen op it strân, dan hawwe se wat wei fan skipbrekkelingen."
Zo ongeveer beschrijft Plinius rond het begin van het eerste millenium het (Oost-) Friese kustgebied en de mensen die er wonen. Deze Friese tekst, een inleiding over de oudste geschiedenis van de Friezen en hun land, door Prof. dr. Thomas Steensen in "De Fryslannen" (Fryske Rie/Afûk, Leeuwarden, 2008), is gebaseerd op de beschrijving van Plinius de Oudere in boek 16, 2 (XVI, 2ff) van zijn "Naturalis historia". Deze 'enyclopedie' bestond uit maar liefst 37 boeken, waarin hij een beeld geeft van de in zijn tijd bekende wereld.
De geschiedenis van de terp in het kort...
Zo rond het jaar 600 voor het begin van onze jaartelling, moeten de eerste mensen zich vanuit de hoger gelegen zandgronden zich in het Friese kustgebied hebben gevestigd. Aan de ene kant dwongen de verslechterende omstandigheden op de zandgronden mensen op zoek te gaan naar betere mogelijkheden, terwijl aan de andere kant het kustgebied zich ontwikkelde tot een steeds beter wordende vestigingsplaats. Het uitgestrekte gebied bood veehouders de gelegenheid, hier 's zomers hun vee te laten weiden. De vruchtbare jonge zeeklei deed hun gewassen groeien. Omdat het gevaar voor overstroming allerminst was geweken, kozen de nieuwe bewoners de hoogst gelegen delen in het gebied, de kwelderruggen en oeverwallen, uit als plaats voor hun boerderij. In een nieuwe transgressieperiode, die omstreeks het jaar 550 voor het begin van de jaartelling aanving, stroomden regelmatig grote gebieden onder. Lang niet iedereen slaagde er in om de voeten droog te houden wanneer het water, voortgestuwd door storm en hoog tij, de landerijen binnendrong. Veel mensen en vee verdronken, velen sloegen op de vlucht voor het water. Ter bescherming van hun woonplaats, verhoogden de mensen deze met mest en graszoden uit de kwelder. Hiermee was de eerste generatie terpen een feit. Vanaf ongeveer 200 voor het begin van de jaartelling breidde de kolonisatie van het kustgebied zich steeds verder uit, zodat er rond het begin van de jaartelling een aantal dichtbevolkte gebieden waren ontstaan. De tweede generatie terpen onstond tijdens de zogenaamde Laat-Romeinse transgressieperiode, circa 250 tot het jaar 600 na begin van de jaartelling. Ondanks de bouw van nieuwe terpen en de ophoging van bestaande terpen, liep het aantal bewoners van het gebied liep terug. Een derde generatie terpen kwam tot ontwikkeling toen in de zevende eeuw de bewoning van het kustgebied weer toenam. Na het jaar duizend vormde zich door verdere kolonisatie nog een laatste generatie terpen ondanks het feit dat men in deze periode reeds begon met de aanleg van dijken. Rond de twaalfde en dertiende eeuw was het stelsel van zeedijken inmiddels dermate uitgebreid en betrouwbaar dat vanaf dat moment de agrarische bedrijven langzamerhand verhuisden van de terpen naar het open veld. Tot aan het einde van de vorige eeuw zijn de meeste terpen in hun volle omvang blijven liggen. Daarna zijn veel terpen geheel of gedeeltelijk afgegraven, omdat er een levendige handel ontstond in de zeer vruchtbare terpaarde. Het Fries Genootschap voor Geschied-, Taal- en Oudheidkunde verzamelt al sinds 1827 oudheden uit de terpen. De foto hiernaast is in 1904 gemaakt, kort na de ontdekking van het vroegmiddeleeuwse grafveld. Geheel rechts staat mr P.C.J.A. Boeles van het Genootschap (en latere oprichter van het Fries Museum).
|
Het buitendijks kweldergebied bij Wierum bij laag water.
De terp van Hegebeintum, gezien vanuit het zuidoosten.
Dwarsdoorsnede van de terp van Hegebeintum. Schets op het ANWB informatiepaneel bij de terp.
|