De Neanderthaler
Het is aannemelijk, dat de neanderthaler (Homo neanderthalensis) rond 230.000 jaar geleden is ontstaan uit de 'Heidelbergmens' (Homo heidelbergenis)*. De overblijfselen van deze menssoort werden gevonden bij Heidelberg in Duitsland , maar ook in Boxgrove in Engeland. De Heidelbergmens is op zijn beurt weer ontstaan uit de Homo erectus, die ongeveer 800.000 tot 500.000 jaar geleden Europa binnentrok.
Tijdens het Eemien en de warmere periode van de Weichsel-ijstijd moet de neanderthaler in ons gebied zijn geweest. Tijdens de warmere perioden was er hier sprake van een toendra-landschap: uitgestrekte vlakten met lage vegetatie (grassen en lage struiken, maar geen bomen) en dieren als steppewisenten, wolharige neushoorns, reuzenherten en wolharige mammoeten. Deze laatste soort gaf de naam aan het landschap: de mammoetsteppe.
Tijdens het Eemien en de warmere periode van de Weichsel-ijstijd moet de neanderthaler in ons gebied zijn geweest. Tijdens de warmere perioden was er hier sprake van een toendra-landschap: uitgestrekte vlakten met lage vegetatie (grassen en lage struiken, maar geen bomen) en dieren als steppewisenten, wolharige neushoorns, reuzenherten en wolharige mammoeten. Deze laatste soort gaf de naam aan het landschap: de mammoetsteppe.
Neanderthalers trokken in kleine groepen door het gebied. Door hun nomadische leefwijze verbleven ze meestal niet lang op één plaats, maar wel vaak in de buurt van water. Uit opgravingen blijkt, dat neanderthalers hun stookplekken niet uitgroeven, maar vuur gewoon op de grond maakten. Bovendien vond er ook geen opeenstapeling van aslagen plaats. De moderne mens besteedde juist wel meer zorg aan het inrichten van een vuurplaats.
|
Op basis van een klein stuk uit de voorschedel werd door Kennis&Kennis een reconstructie gemaakt van een mannelijke Homo neanderthalensis gemaakt. (RDV6403 en RDV6401).
|
Op deze foto de reconstructie van 'Krijn' met links op de voorgrond de fossiele wenkbrauwboog van de Neanderthaler. Het fragment is zo’n 70.000 tot 50.000 jaar oud. Het werd twintig jaar geleden in Zeeland gevonden door amateur-paleontoloog Luc Anthonis. Het fossiel was voor de kust door een schelpenzuiger van de Noordzeebodem opgezogen. Uit onderzoek door de Universiteit Leiden en het Max Planck Instituut in Leipzig bleek dat het ging om een stuk schedel van een vrij stevige jonge man.(RDV6394).
De neanderthaler leefde tot het einde van de laatste ijstijd in Europa, het Midden-Oosten en delen van Azië. De soort ontstond zo’n 300.000 jaar geleden. Van de neanderthaler is het DNA bekend. De meeste Europeanen hebben een paar procent neanderthaler-DNA; moderne mensen hebben de neanderthalers dus vervangen, maar ze vermengden zich ook. Deze schedel is een afgietsel van La Ferrassie-1, gevonden in La Ferrassie, Frankrijk. Naturalis Biodiversity Center, Leiden. (VRS0711).
In de wetenschap is men het er over eens dat er veel soorten mensachtigen op aarde hebben rondgelopen. Wie nu tot welke soort behoort, is nog niet geheel duidelijk. Volgens veel wetenschappers is de Neanderthaler 'een neef' van Homo sapiens. Veel mensen die nu leven hebben ook Neanderthaler-genen in hun DNA. Dat zou kunnen betekenen dat we tot dezelfde soort behoren en dat de Neanderthaler en de mens op dezelfde tak in de stamboom zitten!
|
Deze stamboom werd gemaakt door Bas Blankevoort van Naturalis. Licentie: CC BY-NC-SA 4.0
|
Neanderthalerlijm uit de Noordzee
Eerder was in de entreehal van het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden in een glazen vitrine een op het eerste gezicht klein stukje 'steen' tentoongesteld. Deze 'steen' blijkt een wetenschappelijke topvondst. De vondst is in 2016 gedaan ‘op de zandmotor’, een kunstmatig strand bij Kijkduin, door amateurarcheoloog Willy van Wingerden. Het daar opgespoten zand komt van 9 tot 13 kilometer uit de kust. Het bevat materiaal uit de periode van de ijstijden en de tijd waarin dit landschap, het zogenaamde ‘Doggerland’, vanaf 10.000 jaar geleden langzaam verdronk. Het Doggerland was een laagvlakte, waar Neanderthalers, onder barre omstandigheden, leefden. Door gebruik te maken van hoogwaardige kennis en complexe technieken voor het maken van werktuigen konden ze ontberingen als kou en voedseltekorten beter het hoofd bieden. Volgens onderzoekers bestaande uit een team van archeologen en geologen (van Stichting Stone, de Universiteit Leiden, Technische Universiteit Delft, Universiteit Utrecht, Rijksuniversiteit Groningen, de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, het Rijksmuseum van Oudheden, en de Werkgroep Steentijd Noordzee) investeerden neanderthalers in Europa tijdens de IJstijd in technologie om ecologische risico’s zoals voedseltekorten te verlagen.
|
Het Neanderthaler werktuig gevat in berkenpek, met rechts daaronder een model, waarop de lijm' in roze is gekleurd. (VRS9933).
|
Onderzoek toonde aan, dat het gaat een vuurstenen stuk gereedschap, met berkenpek vastgezet op een soort greep. De berkenpek werd gebruikt als lijm of om het stuk vuursteen beter vast te kunnen houden. Het werd zo'n 50.000 jaar geleden door Neanderthalers met behulp van een complexe techniek uit de bast van berken gewonnen. De bast moet in een soort oven zijn verhit, waarbij pek ontstond. De pek kan op verschillende manieren uit berkenbast gewonnen worden, waarbij scheikundige kennis nodig is om meerdere voorbereidingen en handelingen in de juiste volgorde uit te voeren. Met de datering komt het voorwerp uit een periode vóór de aanwezigheid van moderne mensen in Europa en moet het gemaakt en gebruikt zijn door Neanderthalers. In heel Europa zijn slechts twee andere vindplaatsen bekend van werktuigen met berkenpek: Königsaue in Duitsland en Campitello in Italië. De pekresten uit Campitello zijn met 200.000 jaar het oudst. De pek blijkt bij alle drie de vindplaatsen op een vergelijkbare manier geproduceerd te zijn. Dat betekent dat Neanderthalers structureel tijd en energie investeerden in het maken van samengestelde werktuigen.
De ontwikkeling van dergelijke complexe technologie wordt vaak in verband gebracht met samenwonen in grote groepen en op een vaste plek. Daar is bij Neanderthalers echter geen sprake van - zij leefden in kleine mobiele groepen.
De ontwikkeling van dergelijke complexe technologie wordt vaak in verband gebracht met samenwonen in grote groepen en op een vaste plek. Daar is bij Neanderthalers echter geen sprake van - zij leefden in kleine mobiele groepen.
Meer Neanderthaler-vondsten in de Noordzee
Het Noordzeezand levert veel vondsten op uit de periode van de ijstijden. Zo leverde de Noordzee al vele werktuigen van Neanderthalers, faunaresten uit de ijstijden en ook het eerste Neanderthalerfossiel van Nederland (2009) op. De vondsten getuigen van de vroege bewoning van Noord-Europa in een periode waarin sprake was van grote landschaps- en klimaatveranderingen. Ze onderstrepen daarmee de vindingrijkheid van Neanderthalers om klimatologische uitdagingen het hoofd te bieden en het belang van de Noordzee als unieke archeologische vindplaats. Aanleiding voor Rijksmuseum van Oudheden in Leiden een tentoonstelling over deze fascinerend voorouder en zijn onder het Noordzeewater verdwenen land in te richten: Doggerland.
Doggerland - aan het eind van de laatste ijstijd ontstond er door het warmer worden van het klimaat een uitgestrekte gebied, waarin de mens z'n intrede deed. Door de voortgaande opwarming kwamen de laaggelegen delen van de vlakte. Zo'n 8200 jaar geleden zorgde een plotselinge vloed van smeltwater uit een gletsjermeer op het Noord-Amerikaanse continent en een tsunami van een onderzeese aardverschuiving ervoor, dat het hele Doggerland onder water verdween.
In deze reconstructie van een handbijl in het Ijstijdenmuseum in Buitenpost is een vuursteen met strookjes leer bevestigd aan een handvat.
|
Kaart en informatie afkomstig van William E McNulty en Jerome N. Cookson, National Geographic Magazine. Klik hier voor het Engelstalige artikel "Doggerland - the land that was".
|
Bronnen en media
Neanderthalers in Fryslân, achtergrondinformatie bij de expositie, Lammert Postma en Jan F. Kloosterman, uitgave van Stichting Ijstijdenmuseum, Buitenpost, 2008
Neanderthalers in Noord-Nederland, leven aan de rand van de oerwereld, Marcel Niekus en Evert van Ginkel, Uitgeverij Koninklijke Van Gorkum, Assen, 2020. ISBN/EAN 9789023257639.
Stammen 100.000 Jahre alte Fußspuren von Neanderthaler-Kindern?, Peter Carstens in GEO van 14 april 2021
Einblicke in das Familienleben der Neandertaler
Walter Willems in GEO, 20 oktober 2022. Neanderthalers en de jacht op olifanten.
In een in Science Advances (Vol.9, Issue5, Februari 2023) gepubliceerd artikel beschrijft Britt M. Starkovich van het Senckenberg Centre for Human Evolution and Paleoenvironment (SHEP) in het Duitse Tübingen de wijze waarop Neanderthalers samenwerkten bij de jacht op en de verwerking van bosolifanten. Lees hier het nieuwsitem op NOS.nl of de engelstalige samenvatting op Science Advances. |