Stratovulkaan |
Op plaatsen waar aardplaten op elkaar botsen (convergerende aardplaten) en over elkaar heen schuiven, ontstaan statovulkanen. Het naar buitentredende magma is relatief minder heet dan op plekken bij divergerende platen. De lava is taai en 'stroperig' en stolt relatief snel.
Een stratovulkaan kenmerkt zich bovendien door een doorgaans zeer explosief vulkanisme, als gevolg van een hoge gasdruk in het magma, waardoor er bij een uitbarsting, naast lagen lava ook as en andere brokstukken vrij komen (pyroklastica). op de steile hellingen terechtkomen. De hellingen van de vulkaan bestaan daardoor uit een afwisseling van lagen gestolde lava en lagen pyroklastisch materiaal. |
De Ngauruhoe in het Tongariro National Park in Nieuw-Zeeland is een goed voorbeeld van een stratovulkaan.
|
Doorsnede van een stratovulkaan
In deze tekening zijn de belangrijkste begrippen weergegeven: Op de grote vulkanische kegel zijn veelal kleinere kegels te vinden, die zijn ontstaan door 'vertakking' van de centrale kraterpijp. Naast magmakamer wordt er ook wel gesproken van een magma-haard. Een pyroklastische afzetting bestaat uit puinmateriaal, dat tijdens de eruptie naar buiten wordt geblazen. De naam komt van de Griekse woorden 'pyr' (=vuur) en 'clastos' (=gebroken). |
Schematische doorsnede van een stratovulkaan. Foto gemaakt in het Museon, Den Haag.
|
Titelfoto: de besneeuwde krater van de Ruapehu vulkaan in het Tongariro National Park, Nieuw-Zeeland.