Hegebeintum doorboord
Al enkele jaren merkte de Stichting Alde Fryske Tsjerken, sinds 1982 eigenaar van de kerk van Hegebeintum, dat de terpbodem onder de kerktoren begon te verzakken. Het was duidelijk, dat als er niks zou worden ondernomen, de toren, en daarmee wellicht ook de kerk, zware schade op zou lopen of in het ergste geval misschien wel zou instorten.
Het plan verdere verzakking te voorkomen omvatte de bouw van een betonnen plateau onder de toren. Dit plateau rustte op een aantal dikke betonnen palen, die tot een diepte van ongeveer 13 meter, tot op de bovenkant van de vaste dekzandlaag reikten. Zo kon de toren niet verder verzakken. In mei 2015 werden er ten behoeve van bodemonderzoek nabij de kerktoren van Hegebeintum een drietal grondboringen uitgevoerd. |
De funderingsherstelwerkzaamheden aan de kerktoren van Hegebeintum kunnen beginnen. Deze fundering moet voorkomen, dat de kerktoren verder verzakt. (VRS4975).
|
Op deze foto, gemaakt op 18 maart 2016, staat de toren al in de steigers en wordt er gewerkt aan de restauratie. (VRS4979).
Boren naar de geschiedenis van Hegebeintum
Voorafgaand aan het aanbrengen van de funderingsconstructie onder het torengedeelte, werd archeologisch onderzoek uitgevoerd door onderzoekers van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) en het Terpencentrum van het Groninger Instituut voor Archeologie.
Daarvoor werden in mei 2015 drie handboringen uitgevoerd, aan de voet van de toren, op de noord-, de west- en de zuidzijde. Daarbij werd tot aan de natuurlijke, onverstoorde afzettingslagen geboord. Boring 1, aan de noordzijde van de toren, reikte nog dieper, door de onderliggende veenlagen tot aan de bovenkant van het dekzand. Op 10 en 11 juni 2015 zijn op de plaats van deze boringen op de west- en zuidzijde twee mechanische steekboringen gemaakt. Boring 3 aan de westzijde en Boring 2 bij de zuidmuur van de toren.
Globale positie van de uitgevoerde boringen. Tekening gemaakt op basis van de AHN-3 50 cm maaiveld kaartgegevens.
|
Twaalf meter terp...
De boorkernen zijn bij TNO in Utrecht onderzocht. De ene helft van de doormidden gesneden boorkern van boring B2 is nu in het nieuwe bezoekerscentrum Terp Hegebeintum tentoongesteld. De andere helft van Boring 2 wordt bewaard in het ISRIC Wereld Bodem Museum, gevestigd op de campus van de Wageningen Universiteit (WUR). De in het onderstaande overzicht aangehaalde hoogtecijfers, zoals 015 - 040 cm -MV geven de hoogte beneden het maaiveld in centimeters. Het maaiveld in boring B2 bevindt zich op 728 centimeter boven NAP (in dit overzicht is dit 0 cm -MV).
258 - 300 cm -MV
|
308 - 350 cm -MV
|
717 - 772 cm -MV |
780 - 810 cm -MV
|
820 - 860 cm -MV
|
858 - 900 cm -MV De hoge kwelders in het gebied overstromen nog maar een paar keer per jaar. Het gebied wordt steeds meer geschikt voor bewoning. In de bovenste kleilaag van de kwelders zijn resten van gewassen gevonden, zoals granen en hennep. Deze resten zijn de kwelder opgewaaid vanaf een akker in de buurt. Dit zijn de allereerste sporen van de terpbewoners van Hegebeintum. Ook even verderop, bij Easterbeintum, worden de eerste akkers aangelegd om gewassen te kunnen verbouwen.
|
958 - 1000 cm -MV
|
1018 - 1055 cm -MV De zeespiegel stijgt. Vanaf 3000 jaar voor het begin van de jaartelling bereikte de zee tijdens een flinke storm steeds vaker de omgeving van Hegebeintum. De zee nam klei mee, dat op het veen werd afgezet. Door de steeds dikker wordende kleilaag ontstaat er langzamerhand een kweldergebied. De kwelderkleilaag in de boorkern is 250 centimeter dik en reikt van 8,30 tot 10,80 meter onder het maaiveld.
|
1072 - 1100 cm -MV Door de stijging van het grondwaterpeil werd het gebied rond Hegebeintum steeds. Het oude beekdal vult zich met veen. Zo rond 3500 jaar voor het begin van de jaartelling werd ook de dekzandkop van Hegebeintum bedekt door een laag veen. Oorspronkelijk was het veenpakket veel dikker. Nu is het nog zo'n 35 centimeter dik en reikt van 10,80 tot 11,15 meter onder het maaiveld. Door het gewicht van de zware terp erboven is het veen langzaam aan plat gedrukt. In dit veen zijn resten gevonden van granen, maar die zijn niet op het zure veen verbouwd. Ze zijn zeer waarschijnlijk rond 3100 jaar voor begin van de jaartelling vanuit hoger gelegen akkers buiten het beekdal, waar nog dekzand aan de oppervlakte lag, overgewaaid.
|
1100 - 1146 cm -MV Op 11,15 meter onder het maaiveld (-3,87 meter NAP) ligt de top van het Pleistocene dekzand. Deze zandlaag reikt tot aan het eind van de boring op 12 meter onder het maaiveld (- 4,72 meter NAP). Deze dekzandkop, een hogere plek in het beekdallandschap, zou voor mens en dier een goede plaats blijken om ten tijde van storm en hoog water op terug te kunnen trekken. In de top van het dekzand zijn pollen van heideachtigen en els aangetroffen.
|
1165 - 1200 cm -MV Een dekzandkop ligt relatief hoog en droog opzichte van het omliggende terrein. Het grondwaterpeil ligt lager, waardoor mineralen bij regen uit de bovenste laag van het dekzand hier dieper in kan spoelen. Dit geeft uiteindelijk een donkere verkleuring aan het gele dekzand. Die verkleuring is hier ook te zien. De dekzandlaag is hier gedurende de laatste ijstijd, het Weichselien, afgezet, zo'n 116.000 tot twaalfduizend jaar geleden.
|
De foto's van de gewassen werden gemaakt op het proefveld van de heer Piet Hoekstra, die ter gelegenheid van Culturele Hoofdstad 2018 op dit veld aan de Oudebildtdijk, op de bodem van de voormalige Middelzee, zo goed als alle gewassen, die ooit in deze streek zijn verbouwd, had geplant. Het was in de zomer van 2018 een levensecht landbouwgeschiedenis boek, dat duizenden belangstellenden naar het Bildt trok.
Piet Hoekstra bindt de pas gemaaide vlas in schoven. (VRS3159).
|
Een overzicht van alle andere gewassen in deze proeftuin vind je in: Akkerbouw op het Bildt.
Detailfoto van een laag afval vol met kleppen van mosselen. De laag bevindt zich op 780 cm -MV. Deze mosselen zijn door de terpbewoners verzameld. Naast mosselen werden er ook kokkels en alikruikjes gegeten.
Dat er ook gevist wordt, bewijzen de resten van platvissen en palingen in de boorkern (RDV3785). |
Twaalf meter terpgeschiedenis
Hierboven: De boorkern van Boring 2 is nagenoeg in z'n geheel tentoongesteld in het Bezoekerscentrum van de terp van Hegebeintum tentoongesteld. (RDV3818). Onder: De andere helft van de boorkern van deze boring wordt bewaard in het ISRIC Wereld Bodem Museum in Wageningen. (RDV5259).
Kijk hier voor meer over het ISRIC Wereld Bodem Museum.
Meer over terpen en wierden
In GeoGraphixs besteden we ruim aandacht aan het Noord-Nederlandse terpen- en wierdengebied. Daarnaast zijn er ook op Noarderljocht.com reportages over o.a. Museum Wierdenland in Ezinge, het Bezoekerscentrum Terp Hegebeintum en bijzondere terpvondsten. We maakten voor Noarderljocht reportages over de archeologische opgravingen van de veenterp Blitsaerd en de terp van Sotterum.
De deels afgegraven wierde van Ezinge. De wierde werd wereldberoemd door het archeologisch onderzoek van Professor Van Giffen. (RDV4190).
|
|