Flutes en Megaflutes
Een 'flute' is glaciale landvorm, waarbij er door het voortschuiven van een gletsjer onder het gletsjerijs een langgerekte smalle rug ontstaat, bestaande uit zanden, keileem en gletsjerpuin. Van boven gezien hebben deze relatief smalle ruggen de vorm van een fluit, vandaar de Engelse naam en zo ook de benaming van het onstaansproces: 'fluting'.
Een flute vormt zich parallel aan de stroomrichting van het gletsjerijs. In veel gevallen vormen zich meerdere flutes parallel aan elkaar. Wanneer een flute zich uitstrekt over een lengte van meerdere kilometers spreekt men van een megaflute. De hoogte van een flute variëert van enkele centimeters tot tientallen meters. Naast de flutes en megaflutes, die we onder andere zien in Canada, Alaska en Ijsland, hebben we in ons eigen land ook enkele megaflutes. We vinden ze in het oosten van de provincie Drenthe.
Een flute vormt zich parallel aan de stroomrichting van het gletsjerijs. In veel gevallen vormen zich meerdere flutes parallel aan elkaar. Wanneer een flute zich uitstrekt over een lengte van meerdere kilometers spreekt men van een megaflute. De hoogte van een flute variëert van enkele centimeters tot tientallen meters. Naast de flutes en megaflutes, die we onder andere zien in Canada, Alaska en Ijsland, hebben we in ons eigen land ook enkele megaflutes. We vinden ze in het oosten van de provincie Drenthe.
Ontstaan
Een flute is een smalle langgerekte heuvel, waarvan de hoogte en breedte doorgaans kleiner zijn dan 3 meter. De lengte van een flute variëert van enkele meters tot tientallen meters, maar is echter zelden langer dan 100 meter. Vaak komen er meerdere flutes parallel aan elkaar liggend voor. Een flute kan ontstaan, door (1) een oneffenheid in het onder het gletsjerijs liggende vaste gesteente, (2) een grote kei of rotsblok, of (3) een opgehoopte hoeveelheid kleinere stenen. Het voorstschuivende ijs van de gletsjer zoekt een weg langs deze opstakels. Meteen achter het obstakel ontstaat een holte, die vervolgens wordt opgevuld met steengruis en slijpsel (lodgment till), maar ook met grind, zand, keileem, dat door het onder het ijs stromende water in de holte wordt gespoeld.
Links: Deze flutes strekken zich uit voor de terugtrekkende tong van de Brúarjökull gletsjer op Ijsland. Rechts: Ijslands geoloog Ólafur Ingólfsson bij een flute. De kei voor de flute zou de veroorzaker van het ontstaan kunnen zijn geweest. Foto's: Ólafur Ingólfsson, beide hier met zijn permissie geplaatst. Meer foto's en informatie over de geologie van Ijsland (Svalbard en ver daarbuiten) vind je op zijn website.
Megaflutes zijn groter en breder. De hoogte kan oplopen tot 5 meter en de lengte variëert van meer dan 100 meter tot tientallen kilometers. Een megaflute onderscheidt zich van een drumlin* door haar lengte/breedte verhouding. Deze is bij megaflute's groter dan 50. De verhouding bij drumlins is kleiner dan 50. De lengte-as van de megaflute ligt parallel met de stroomrichting van het gletsjerijs. Megaflutes kunnen ontstaan door grote obstakels op het aardoppervlak onder het schuivende ijs.
In Nederland
De bekendste megaflute is de Hondsrug. Deze strekt zich uit vanuit het hart van de stad Groningen in zuidoostelijke richting uit tot aan Klazinaveen in het zuidoosten van de provincie Drenthe. Het hoogste punt van de Hondsrug ligt bij Emmen en bedraagt 28 meter boven NAP. De flutes en megaflutes in ons land zijn gevormd in het Saale glaciaal (ijstijd). De zanden werden in het Saalien bedekt met keileem, waaroverheen gedurende het Weichselien dekzanden werden afgezet. De stuwwallen in Midden-Nederland (Veluwe en Utrechtse Heuvelrug) werden eveneens in het Saalien gevormd, niet onder het ijs, maar voortgestuwd door het gletsjerijs.
Op de hoogtekaart laat de langgerekte vorm van de Hondsrug zich goed zien. De iets westelijker gelegen Rolderrug is iets minder prominent aanwezig. Kaart: AHN/ArcGis/ESRI Nederland.
|
Het ijs van de Seligerbreen baant zich een weg richting het Liefdefjord.
Bijbehorende en aanverwante termen en begrippen
Drumlin
Drumlins zijn ovaal- of elliptisch gevormde heuvels, bestaande uit door gletsjers aangevoerd materiaal. Ze zijn doorgaans tussen de 5 en 50 meter hoog en de lengte variëert tussen 10 en 1000 meter, soms zelfs 3000 meter. De lengte/breedte verhouding is kleiner dan 50. De hellingshoek van de stompe kant, de richting van waaruit het ijs kwam, is groter dan die van de andere helling. De lengte-as van de drumlin loopt parallel aan de stroomrichting van het ijs. Drumlins komen soms voor in 'zwermen' voor in 'drumlinvelden' en hun spreiding vertoont een onregelmatig patroon.
De naam is afkomstig van het Iers-Gaelisch 'droimnín', hetgeen vertaald kan worden als 'een langgerekte heuvel'.
Drumlins zijn ovaal- of elliptisch gevormde heuvels, bestaande uit door gletsjers aangevoerd materiaal. Ze zijn doorgaans tussen de 5 en 50 meter hoog en de lengte variëert tussen 10 en 1000 meter, soms zelfs 3000 meter. De lengte/breedte verhouding is kleiner dan 50. De hellingshoek van de stompe kant, de richting van waaruit het ijs kwam, is groter dan die van de andere helling. De lengte-as van de drumlin loopt parallel aan de stroomrichting van het ijs. Drumlins komen soms voor in 'zwermen' voor in 'drumlinvelden' en hun spreiding vertoont een onregelmatig patroon.
De naam is afkomstig van het Iers-Gaelisch 'droimnín', hetgeen vertaald kan worden als 'een langgerekte heuvel'.
Lodgment sill
Zie bij keileem.
Zie bij keileem.
Titelfoto: Het ijs van de Seligerbreen walst zich een weg naar het Liefdefjord op Spitsbergen.