Planet Earth - AtmosfeerDe atmosfeer rondom de aarde kan worden onderverdeeld in vijf lagen: vanaf het aardoppervlak gerekend, zijn dat de troposfeer, stratosfeer, mesosfeer thermosfeer en de exosfeer. Deze indeling is op basis van temperatuur gemaakt. Deze varieert met de hoogte. Die hoogtes zijn niet overal op aarde gelijk. De grenzen tussen de lagen worden pauzes genoemd, zoals de grens tussen de troposfeer en de stratosfeer: de tropopauze.
De atmosfeer beschermt ons tegen een te grote hoeveelheid zonlicht en schadelijke straling. Naast de term 'atmosfeer' spreekt men ook wel van 'dampkring'. |
|
In de atmosfeer rond de aarde onderscheiden we vijf lagen. De hoogtes van de verschillende lagen zijn bij benadering. Boven de evenaar zijn de onderste lagen over het algemeen 'dikker' dan boven de polen. Bovendien variëren de getallen per aangehaalde bron. Bron: Exploring the Environment.
De Troposfeer
De dunne schil rond om de aarde, die leven op aarde mogelijk maakt, de troposfeer, is op plaatsen maar rond de 10 kilometer dik. Boven de beide polen is dat ongeveer 10 kilometer; Boven de evenaar is dat zo'n 20 kilometer. Ter hoogte van Nederland is de troposfeer ongeveer 10 kilometer 'dik'.
De troposfeer is voor ons van levensbelang. Zonder de troposfeer is er geen leven op aarde mogelijk. In de troposfeer vinden ook de meeste weersverschijnselen plaats. De 'lucht' in de troposfeer bestaat voornamelijk uit stikstofgas en zuurstofgas.
De dunne schil rond om de aarde, die leven op aarde mogelijk maakt, de troposfeer, is op plaatsen maar rond de 10 kilometer dik. Boven de beide polen is dat ongeveer 10 kilometer; Boven de evenaar is dat zo'n 20 kilometer. Ter hoogte van Nederland is de troposfeer ongeveer 10 kilometer 'dik'.
De troposfeer is voor ons van levensbelang. Zonder de troposfeer is er geen leven op aarde mogelijk. In de troposfeer vinden ook de meeste weersverschijnselen plaats. De 'lucht' in de troposfeer bestaat voornamelijk uit stikstofgas en zuurstofgas.
In de troposfeer onderscheiden we twee verschillende lagen. Vlak aan het aardoppervlak tot zo'n 200 meter hoogte bevindt zich de grenslaag (officiëel planetaire grenslaag). Door onder andere de wrijving tussen het aardoppervlak en de luchtlaag daarboven, ontstaan specifieke meteorologische verschijnselen, die van grote invloed zijn op het weer. In tegenstelling tot de grenslaag is de invloed van de wrijving in de laag daarboven veel minder.
De Stratosfeer
De stratosfeer is de laag die zich bevindt tussen de troposfeer en de mesosfeer. De stratosfeer ligt boven de evenaar op een hoogte van ongeveer 17 kilometer, boven de polen op ongeveer 10 kilometer. In het onderste deel van de stratosfeer, de isotherme laag, blijft de temperatuur bij toenemende hoogte vrijwel constant op ongeveer -50 °C. Boven de isotherme laag neemt de temperatuur weer toe tot waarden tussen de 0 en 30 °C. Deze temperatuurtoename wordt veroorzaakt door de absorptie van UV-licht in deze laag. In de stratosfeer komen nagenoeg geen wolken voor, behalve soms in hele koude winters. Dan kunnen zich boven de polen parelmoerwolken vormen. Deze wolken spelen een rol bij de vorming van ozon.
Op een hoogte van ongeveer 50 kilometer neemt de temperatuur weer af: de stratosfeer gaat over in de mesosfeer.
Op een hoogte van ongeveer 50 kilometer neemt de temperatuur weer af: de stratosfeer gaat over in de mesosfeer.
De Mesosfeer
De mesosfeer is de laag van de dampkring die zich, op een hoogte van ongeveer 50 tot 85 kilometer ,bevindt tussen de stratosfeer en de thermosfeer. In de mesosfeer daalt de temperatuur met de hoogte. De ozonconcentratie is in de mesosfeer lager hoger dan in de stratosfeer. De temperatuur neemt in de mesosfeer af tot ongeveer -100 °C bij een hoogte van ongeveer 80 kilometer. In de mesosfeer komen de lichtende nachtwolken voor.
De Thermosfeer
Vanaf ongeveer 85 kilometer hoogte boven het aardoppervlak begint de thermosfeer en reikt tot een hoogte van tussen de 500 en 700 kilometer. Na een afname van de temperatuur met toenemende hoogte in de mesosfeer, neemt de temperatuur in de thermosfeer weer toe met de hoogte. Deze toename van de temperatuur is het gevolg van absorptie van uv-straling van de zon. De temperatuur is dan ook afhankelijk van de zonne-activiteit. Overdag bedraagt de temperatuur tussen de 1200 en 1700 °C soms met uitschieters naar 2000 °C. In de schaduwzijde daalt de temperatuur tot 500 à 1000 °C.
De Exosfeer
De exosfeer begint op een hoogte van ongeveer 500 à 700 km en reikt tot een hoogte van ongeveer 10.000 km. Met de exosfeer gaat de dampkring van de aarde over in het luchtledige van de ruimte. Het hoogste, buitenste deel van de exosfeer wordt ook wel magnetosfeer genoemd.
Bronnen en media
Belangrijke begrippen
Koolzuurgas
Koolzuurgas of koolstofdioxide (CO2) is een gas, dat van groot belang is voor het leven op aarde. De meeste algen en planten hebben het nodig voor de groei. Onder invloed van zonlicht zetten zij water en koolzuurgas om in koolhydraten als glucose en andere suikers en zuurstof. Dit proces noemen we fotosynthese. Daarnaast geven planten ook weer CO2 af.
Koolzuurgas of koolstofdioxide (CO2) is een gas, dat van groot belang is voor het leven op aarde. De meeste algen en planten hebben het nodig voor de groei. Onder invloed van zonlicht zetten zij water en koolzuurgas om in koolhydraten als glucose en andere suikers en zuurstof. Dit proces noemen we fotosynthese. Daarnaast geven planten ook weer CO2 af.
Kringloop van koolstof
In de atmosfeer komt koolstof voor, voor een groot deel in de vorm van koolzuurgas. Klik hier voor meer over de kringloop van koolstof.
In de atmosfeer komt koolstof voor, voor een groot deel in de vorm van koolzuurgas. Klik hier voor meer over de kringloop van koolstof.
Kringloop van water/waterkringloop
Een deel van de kringloop van water bevindt zich/vindt plaats in de atmosfeer. Klik hier voor meer over de kringloop van water.
Een deel van de kringloop van water bevindt zich/vindt plaats in de atmosfeer. Klik hier voor meer over de kringloop van water.
Lucht
Lucht is mengsel van gassen in de aardatmosfeer. In de onderste luchtlagen van de atmosfeer bestaat de lucht voor ongeveer 78% uit stikstofgas, 21v% uit zuurstofgas en bijna 1% aan andere gassen. Daaronder ook waterdamp en koolzuurgas (koolstofdioxide). Deze beide gassen kunnen in sterk wisselende hoeveelheden voorkomen. Met name de toenemende concentraties van koolzuurgas in de atmosfeer versterken het broeikaseffect op aarde.
De samenstelling van de lucht varieert met de hoogte. Omdat stikstof minder weegt dan zuurstof is er met het toenemen van de hoogte in verhouding minder zuurstof aanwezig.
Lucht is mengsel van gassen in de aardatmosfeer. In de onderste luchtlagen van de atmosfeer bestaat de lucht voor ongeveer 78% uit stikstofgas, 21v% uit zuurstofgas en bijna 1% aan andere gassen. Daaronder ook waterdamp en koolzuurgas (koolstofdioxide). Deze beide gassen kunnen in sterk wisselende hoeveelheden voorkomen. Met name de toenemende concentraties van koolzuurgas in de atmosfeer versterken het broeikaseffect op aarde.
De samenstelling van de lucht varieert met de hoogte. Omdat stikstof minder weegt dan zuurstof is er met het toenemen van de hoogte in verhouding minder zuurstof aanwezig.