Nederzettingen in Nederland
Terpdorp |
Wat zijn terpen?
Waar vinden we terpen?
In het kustgebied van Groningen en Friesland vinden we terpen, of beter resten van terpen. Een groot deel van de terpen werd in de tweede helft van de 19e eeuw afgegraven vanwege de grote vraag naar de vruchtbare terpgrond. In de tijd van voor de zeedijken, was het kustgebied van Friesland en Groningen een moeilijk begaanbaar en bereikbaar gebied. Soms zelfs ook gevaarlijk. Immers werden grote delen twee maal per dag tijdens hoogwater overstroomd. De bij eb droogvallende gronden waren vaak slechts korte tijd bereikbaar. Bovendien veranderde de ligging van geulen en prielen bijna dagelijks.
Toch moet het gebied een grote aantrekkingskracht op mensen hebben gehad. Voedsel in de vorm van vis, andere zeedieren en vogels was er in overvloed. De hoger gelegen begroeide gebieden boden mogelijkheden voor grazende schapen en runderen. Voorzichtig waagden mensen zich in het gebied. Kwam het het water bij vloed op, dan zochten ze met hun vee de hogere delen van het gebied op. In de herfst en winter zochten ze de veiligheid en beschutting van de hogere zandgronden in het oostelijk deel van het land op.
De kwelderwallen in het gebied boden op zich een redelijke bescherming tegen het water. Bij vloed bleven de hoogste delen meestal droog. Doorgaans overstroomden ze alleen bij stormvloed of springtij. Dit hoger gelegen deel van het buitendijkse gebied staat alleen bij stormvloed of springtij onder water. Hier grazen schapen en runderen (RDV2316).
|
Boven: Het wad bij Wierum valt bij eb 'droog' (RDV1990). In de tabel hieronder een indeling van de giebieden in het wadden- en kweldergebied. Naar A.Nieuwhof in Terpen- en Wierdenland, p.29.
|
Op de twee kaarten hieronder is het kustgebied van de huidige provincie Fryslân weergegeven, zoals dat er rond het jaar 800 na het begin van onze jaartelling uit moet hebben gezien. De donkerrode kleur geeft het veengebied weer. Het lichtgroene deel op de kaart is kwelder, met daarin de hoger gelegen kwelderwallen (donkergroen). De bij eb droogvallende wadplaten zijn in grijsgroen weergegeven. De huidige kustlijn (en Afsluitdijk) is in rozerood weergegeven. De twee kaarten. maken deel uit van de expositie in Museum Wierdenland in Ezinge.
Het lag voor de hand, dat de hoger gelegen kwelderwallen werden uitgekozen, om het verblijf in het kustgebied zo lang mogelijk te rekken. Hier en daar gebeurde dat met het extra ophogen van de kwelderwal. Zo werden de eerste terpjes 'geboren'.
Deze kleine terpen waren het begin van de meer permanente bewoning van ons kustgebied.... De uitgestrekte kwelder bood mogelijkheden schapen en runderen te weiden. De hogere delen in het gebied leenden zich voor de teelt van gewassen. Jongvee in het buitendijkse kweldergebied van het Noarderleech bij Hallum. Het lijkt alsof ze bij slecht weer makkelijk de hoogste delen van de kwelder kunnen vinden (RDV7372).
|
Op het kaartje zijn de kwelderwallen van het eiland Westergo in geel ingetekend. Westergo werd in het zuiden begrensd door de Marne en de Boorne en in het oosten door de Middelzee. Bron: Archeologisch Steunpunt Hegebeitum.
|
Regelmatig moesten mensen en dieren hun toevlucht zoeken op de hoogste delen van de terp. Op deze tekening bij de wierde van Niehove in het Westerkwartier van Groningen brengen mensen het vee in veiligheid. (Foto van tekening: DSCN2580; geen nadere copyright informatie).
|
Nu de ijsbaan van Raard (Noard-East Fryslân) weer onder water is gezet, wordt de oorspronkelijke functie van de terp duidelijk: een veilige en droge plek voor mens en dier. Op de terp staat de Romaanse kerk van het dorp (RDV5485).
|
Veehouderij en de verbouw van gewassen in het kwelderland
Naarmate de mensen steeds langer in het kwelderlandschap verbleven en de lokale kennis van het gebied werd vergroot, zou het niet lang meer duren voor er pogingen werden ondernomen in het gebied zelf voedsel te produceren. Eerder werd de benodigde voedselvoorraad nog meegenomen vanuit de oorspronkelijke woongebied. Mogelijk waren dit mensen, die vanaf het einde van de 7e eeuw BCE, vanuit de hogere delen van Noord-Holland, Texel, uit het oosten, zoals het gebied van de Eems, naar het kweldergebied trokken. De oudste sporen van hun aanwezigheid zijn te vinden in het zuidelijke deel van Westergo, zoals de terp Stapert bij Wommels. In het Groninger kweldergebied betreft dat een nederzetting bij Middelstum.
Vee op de kwelder
Het is aannemelijk, dat mensen, die niet al te ver van het kweldergebied waren gevestigd, er 's zomers hun schapen en runderen lieten grazen. Bij opgravingen in terpen en wierden werden zeer regelmatig overblijfselen (botten en gebitten) van landbouwhuisdieren aangetroffen, terwijl botten van wilde dieren en vissen heel weinig werden gevonden. Het menselijk bestaan in het gebied rustte hoofdzakelijk op de veehouderij en akkerbouw.
Akkers op de kwelder
Waar de grond in het kweldergebied zich er voor leende, verbouwden de terp-en wierdebewoners hun eigen gewassen naast het gebruik van de dierlijke producten van hun vee.
Gewassen als granen (tarwe en gerst) duivenbonen (een kleine tuinbonensoort), huttentut (oliehoudend gewas) werden verbouwd. Tijdens de opgravingen in Ezinge zijn er verschillende werktuigen van gewei aangetroffen, die vermoedelijk voor akker- en tuinbouw zijn gebruikt. Dit is op zich opmerkelijk, want dergelijke voorwerpen zijn in mindere mate gevonden in andere terpen. Edelherten kwamen niet voor in het noordelijke kustgebied. Ze leefden vooral op de zandgronden. In Ezinge zijn echter veel voorwerpen van gewei gevonden. Mogelijk kwamen ze door (ruil)handel naar het gebied. |
Hoe hoger de opslibbing van de kwelder en hoe minder overstroming er plaats vindt, hoe meer plantensoorten er kunnen groeien (VRS3082).
Emmertarwe (Triticum dicoccum) het proefveld van Piet Hoekstra in Het Bildt, tijdens de manifestatie Culturele Hoofdstad 2018. Emmertarwe is de oervader van de harde tarwe en is historisch gezien de belangrijkste tarwe (VRS3013).
Pot met gerstekorrels. Foto gemaakt in Museum Wierdenland, Ezinge (RDV DSCN8488). |
Bij opgravingen in de terp van Easterbeintum in 2011 werd er onder een dikke laag kweldersediment een akker uit de Midden-Ijzertijd (500-250 jaar BCE) gevonden, met daarin de 'ploegsporen' van een eergetouw. De foto rechts, gemaakt in het Ijzertijd-dorp in het Deense Vingsted laat zien hoe een eergetouw (haakploeg), voortgetrokken door twee ossen, wordt gebruikt. De haak maakt de grond los, maar keert de grond niet om zoals bij latere vormen van een ploeg.. Foto: Vejle Museerne, met dank aan Mads Laier Sørensen. Link naar de site van de Vejle musea: https://www.vejlemuseerne.dk/besoeg-os/info-in-english/the-iron-age-village-in-vingsted/
Deze replica van de 'Ploeg van Walle' is tentoongesteld in het Historisches Museum in Aurich (RDV2467). Dit eergetouw werd in 1927 in Walle, nu deel van de stad Aurich, bij het turfsteken gevonden. De originele ploeg is minstens 3500 jaar oud en bevindt zich in het Niedersächsisches Landesmuseum in Hannover.
|
Terp of Wierde ?
Eenvoudigweg kun je stellen, dat waar Groningers het over hun wierden hebben, men in Fryslân van terpen spreekt.
Terp
Het woord terp is afgeleid van het Oudfriese woord 'therp', dat op haar beurt terug gaat naar het Germaanse 'þarpa', dat in eerste instantie het woord voor hoeve of boerderij was. Later verschoof de betekenis naar een kunstmatige hoogte én daarna naar akkerland. Het woord 'therp' of 'terp' komt vanaf de 12e eeuw voor. Vanaf de 16e eeuw komt 'terp' steeds vaker voor in veldnamen in de betekenis van akkerland. Pas aan het eind van de middeleeuwen zou het woord 'terp' in de betekenis van wierde (hoogte) in gebruik zijn gekomen. Klik hier voor meer.
Wierde
In Groningen spreekt men van wierde. Het woord wierde is afgeleid van het Oudfriese 'werve', een opgeworpen hoogte voor bewoning. Zowel in Groningen en Fryslân komen plaatsnamen voor met -wier, -weer, -were, -wer, -werd, -weerd, -wird, -waard, -ward, -wierd, -wierde, -wierda.
Volgens het Woordenboek der Nederlandse Taal (WNT) is de etymologie van het woord wierde niet met zekerheid aan te geven. Het zou mogelijk samenhangen met het woord 'weren' (zich verdedigen).
Terp
Het woord terp is afgeleid van het Oudfriese woord 'therp', dat op haar beurt terug gaat naar het Germaanse 'þarpa', dat in eerste instantie het woord voor hoeve of boerderij was. Later verschoof de betekenis naar een kunstmatige hoogte én daarna naar akkerland. Het woord 'therp' of 'terp' komt vanaf de 12e eeuw voor. Vanaf de 16e eeuw komt 'terp' steeds vaker voor in veldnamen in de betekenis van akkerland. Pas aan het eind van de middeleeuwen zou het woord 'terp' in de betekenis van wierde (hoogte) in gebruik zijn gekomen. Klik hier voor meer.
Wierde
In Groningen spreekt men van wierde. Het woord wierde is afgeleid van het Oudfriese 'werve', een opgeworpen hoogte voor bewoning. Zowel in Groningen en Fryslân komen plaatsnamen voor met -wier, -weer, -were, -wer, -werd, -weerd, -wird, -waard, -ward, -wierd, -wierde, -wierda.
Volgens het Woordenboek der Nederlandse Taal (WNT) is de etymologie van het woord wierde niet met zekerheid aan te geven. Het zou mogelijk samenhangen met het woord 'weren' (zich verdedigen).
Ook in andere delen van laag Nederland werden ooit terpen ter bescherming tegen het water opgeworpen, van Noord-Holland tot in Zeeland, in grootte variërend van een kleine huisterp met ruimte voor slechts één of enkele boerderijen tot grote terpen, die plaats boden aan tientallen boerderijen en gebouwen, zoals de 'stadsterpen' van onder andere plaatsen, die later zouden uitgroeien tot Dordrecht en Leiden.
In West-Friesland komt de benaming werf voor. In Midden-Nederland spreken we van woerden. Varianten daarop vinden we in Oost-Friesland en Noord-Duitsland in de benamingen warft, wurt of wierde en in Denemarken værft, varft of verft.
In West-Friesland komt de benaming werf voor. In Midden-Nederland spreken we van woerden. Varianten daarop vinden we in Oost-Friesland en Noord-Duitsland in de benamingen warft, wurt of wierde en in Denemarken værft, varft of verft.
In het Zeeuwse kustgebied worden de terpen hillen of stellen genoemd. Hille is afkomstig van het Proto-Germaanse hulja en betekent heuvel. De benaming hille komt ook in het Vlaamse kustgebied voor. 'Hille' is in het Oudnederlands alleen als toponymisch element overgeleverd, zowel als zelfstandig toponiem als het laatste deel van een toponiem.
Het Zeeuwse 'stelle' in de betekenis van een opgeworpen hoogte of heuvel op schorgronden, waarop het vee bij (storm)vloed of hoge waterstand in veiligheid kan worden gebracht, heeft enige gelijkenis met de betekenis, die het woord in elders in meer oostelijk gelegen (rivieren)gebied heeft: een veilige ligplaats of ankerplaats voor schepen.
Zie het WNT voor meer uitleg.
Het Zeeuwse 'stelle' in de betekenis van een opgeworpen hoogte of heuvel op schorgronden, waarop het vee bij (storm)vloed of hoge waterstand in veiligheid kan worden gebracht, heeft enige gelijkenis met de betekenis, die het woord in elders in meer oostelijk gelegen (rivieren)gebied heeft: een veilige ligplaats of ankerplaats voor schepen.
Zie het WNT voor meer uitleg.
Terpen en terpdorpen in de les
In onze lessen en workshops kijken we regelmatig kijken naar twee terpdorpen in Oostergo: Hegebeintum en Easterbeintum. Daarnaast komt ook Furdgum in Westergo in beeld. Niet zonder reden, want op en rond deze terpen is in de loop der tijden uitvoerig onderzoek gedaan. Bovendien kunnen we voor ons veldwerk en excursies maken we dankbaar gebruik van het Bezoekerscentrum (Hegebeintum) en de Yeb Hettinga Skoalle in Furdgum. Binnenkort voegen we ook de terp van Winaam (Wijnaldum) weer toe aan ons excursieprogramma.
De Beintums: Hegebeintum en Easterbeintum
De hoogste terp van Fryslân is die van Hegebeintum. Iets minder bekend is Easterbeintum, enkele honderden meters ten oosten van Hegebeintum. Deze terp is bijna geheel afgegraven, maar vanuit de lucht is het grondgebied van Easterbeintum nog goed te herkennen. De twee foto's werden in juni 2019 gemaakt. Inmiddels is het nieuwe bezoekerscentrum aan de voet van de terp van Hegebeintum geopend. Pronkstuk is daar de twaalf meter lange boorkern, die de complete geschiedenis van de terp blootlegt: Hegebeintum doorboord
De Beintums, links Easterbeintum, vanuit het zuiden gezien. Van de terp van Hegebeintum, rechterfoto, is een groot deel weggegraven (VRS2081 en 2111).Fotodatum: 1 juni 2019.
Meer over Hegebeintum en de Beintums.
Furdgum
Tussen de dorpen Tsjommearum (Tzummarum) en Minnertsgea (Minnertsga) ligt het kleine terpdorp Furdgum (Firdgum). Hier geen kerk, maar alleen een klokkentoren op de terp. Ook op en rond deze terp is veel archeologisch onderzoek gedaan. In de Yeb Hettingaskoalle is een expositieruimte, terwijl je in het nagebouwde zodenhuis een goede indruk krijgt van het leven en werken van de bewoners van het kweldergebied van Westergo.
Klik hier voor meer over Furdgum.
|
Ezinge
Bronnen en Media
Dinoloket
Op de website van het DINOLoket zijn gegevens van de ondiepe ondergrond (tot 500m diepte) te raadplegen. Op deze website kan iedereen, naast provincies, waterschappen, adviesbureaus, gegevens over en modellen van de ondergrond bekijken en opvragen. Informatie over de diepe ondergrond (500m en dieper) is te vinden op de website van het Olie- en Gasportaal NLOG. Deze bevat gegevens over opsporing en winning van olie, gas en aardwarmte in Nederland en het Nederlandse deel van het continentaal plat. |
Een selectie van de boeken over dit onderwerp in de GeoGraphixs mediatheek:
Titelfoto: De terp van Wânswert.